Franse appeltaart
Perfect bij de koffie of als dessert met slagroom of vanille-ijs. In Patisseriebijbel laat Rutger je met stap-voor-stapfoto’s zien hoe je zelf bladerdeeg kunt maken, op zowel de klassieke Franse methode, als de snellere versie van bladerdeeg. Hier wordt (roomboter)diepvriesbladerdeeg gebruikt. Je kunt eventueel ook een vel koelvers bladerdeeg gebruiken.
Ingrediënten
Voor 6-8 punten
Voor de taart
- 7 plakjes diepvries-roomboterbladerdeeg (45 gr per plakje, 315 gr in totaal)
 - 3 appels (bijvoorbeeld elstar of granny smith)
 - 30 gr boter, gesmolten · 25 gr fijne suiker
 
Verder nodig
- bloem, voor het werkblad
 - 75-100 gr abrikozenjam
 
Bereiding
- Verwarm de oven voor op 200 °C hetelucht en bekleed een bakplaat met bakpapier.
 - Leg de ontdooide plakjes bladerdeeg op elkaar en rol die op een licht bebloemd werkblad uit tot een lap die groot genoeg is om een cirkel met een doorsnede van 28 centimeter uit te snijden. Leg het deeg op de bakplaat. Gebruik een groot bord of een bakvorm met een doorsnede van 28 centimeter als mal en snijd een ronde plak uit het deeg. Prik het deeg om de paar centimeter in met een vork.
 - Schil de appels, verwijder de klokhuizen met een appelboor en snijd de appels in de lengte doormidden (van boven naar beneden). Leg de halve appels met de snijkant naar beneden en snijd ze met een scherp mes (of gebruik een mandoline) in dunne plakjes van zo’n 3 millimeter dik. Rangschik de plakjes appel in cirkels van buiten naar binnen op het deeg, waarbij ze elkaar steeds iets overlappen. Laat rondom een deegrand van 1½ -2 centimeter vrij. Bestrijk de appelplakjes met gesmolten boter en strooi er de suiker over.
 - Bak de taart 25-30 minuten, tot het bladerdeeg goudbruin is. Schuif de taart op een rooster om af te koelen.
 - Verwarm de abrikozenjam in een steelpannetje en wrijf deze vervolgens met de bolle kant van een lepel door een fijne zeef. Bestrijk de taart met behulp van een kwastje met de gezeefde abrikozenjam.
 
  					